De wedkantoren in België hebben hun zaak in een kort geding voor de rechtbank van eerste aanleg van Namen gewonnen tegen de nieuwe regelgeving die hen verplicht de identiteit van spelers te registreren.
Dat is inmiddels vernomen van de Beroepsvereniging van Wedkantoren (BVWK), de sectorvereniging die hen vertegenwoordigt in de zaak.
Medio oktober vorig jaar spande de organisatie samen met 202 onafhankelijke makelaars een kort geding aan tegen de Belgische Staat bij de rechtbank van eerste aanleg van Namen (Namur) om zich te verzetten tegen de identificatieregels die sinds 1 oktober gelden voor alle wedkantoren in België.
Daarin wordt bepaald dat een speler bij elk bezoek aan een wedkantoor zijn identiteitskaart moet voorleggen, zich moet laten fotograferen en een register moet ondertekenen bij aankomst, alle gegevens worden tien jaar bewaard.
Het doel is om te controleren of de betrokkene niet voorkomt in de EPIS-database, die de spelverboden opsomt en door de casino’s en speelzalen al vele jaren wordt gebruikt.
GDPR
Hoewel de BVWK zegt voorstander te zijn van initiatieven die een betere consumentenbescherming mogelijk maken, waren de beroepsunie en de 202 klagende wedkantoren van mening dat de regel, die een massieve gegevensverzameling gedurende tien jaar oplegt, niet in overeenstemming is met de Europese verordening gegevensbescherming (GDPR).
Ook de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit had dit probleem in verschillende adviezen aan de orde gesteld, noteerde de BVWK in oktober.
Volgens de klagers is de methode indringend en onevenredig, terwijl voor evenredige en consistente maatregelen had moeten worden gekozen.
De rechtbank van Namen, die uitspraak deed in kort geding, gaf de wedkantoren gelijk. en volgens een eerste analyse door Yannick Bellefroid, de voorzitter van de beroepsvereniging en tevens CEO van de Ladbrokes, verwerpt het vonnis het gebruik van het EPIS-systeem in de wedkantoren van de 202 eisers.