Een Nederlandse videogame en esportsadvocaat heeft de implicaties geanalyseerd van een recente uitspraak van de Raad van State over de toelaatbaarheid van loot boxes in videogames.
Uit de analyse blijkt dat: Dat de Nederlandse kansspelwetten niet van toepassing zijn op kansspelen die een onlosmakelijk onderdeel vormen van een behendigheidsspel is niet nieuw.
Dit was al in 1991 door de Hoge Raad geoordeeld, dat eigenlijk nieuw is, is het beoordelingscriterium dat om te bepalen of een loot box onlosmakelijk deel uitmaakt van een behendigheidsspel, gekeken moet worden hoe het spel door de overgrote meerderheid van de spelers wordt gespeeld.
Als dit criterium in de toekomst ook door de Raad van State wordt gehanteerd, betekent dit dat de daadwerkelijke in-game economie van groot belang zal zijn bij de beoordeling van de legaliteit van loot boxes.
Volgens dit besluit lijkt het erop dat loot boxes niet onder de Nederlandse kansspelwetgeving vallen als aan de volgende cumulatieve criteria wordt voldaan: De loot boxes maken deel uit van een (competitieve) videogame waarbij de winnaar van de videogame wordt bepaald door vaardigheid de loot boxes worden verkregen en geopend in de digitale omgeving van deze videogame de loot boxes zijn (ook) te verdienen door de videogame te spelen
De overgrote meerderheid van de loot boxes wordt verkregen door de videogame te spelen en er is geen situatie waarin spelers op grote schaal loot boxes kopen met als enige reden om de inhoud ervan te verkopen.
Deel I. Meer informatie en achtergronden in het vervolg deel II.