Een consortium van Belgische sportteams en kansspelexploitanten is verslagen in een juridisch bod tegen het koninklijk besluit dat kansspelreclame op 1 juli verbiedt.
Het advertentieverbod voor gokken in België op 29 juni verwierp de Rechtbank van Eerste Aanleg van Doornik de argumenten van de uitbaters en sportploegen op grond van het feit dat het decreet wettig was en dus in werking kan treden.
Dit nam de laatste juridische hindernis weg voor het opleggen van het bijna totale verbod op kansspel- advertenties in België dat van start gaat, ik ben blij dat de rechter bevestigt dat deze drastische beperking van gokreclame een proportionele en wettelijk onderbouwde maatregel is, reageert minister van Justitie Vincent van Quickenborne op het besluit.
Hopelijk komt hiermee een einde aan alle pogingen tot lobbyen en legale sabotage vanuit de kansspelsector en sectoren die verslaafd zijn aan kansspelgeld.
De juridische uitdagingen, die op 24 maart kondigden verschillende grote Belgische sportorganisaties aan dat ze het koninklijk besluit zouden willen aanvechten.
De voetbal en ijshockeycompetities van het hoogste niveau van het land, de Pro League en de BeNe League, stapten naar de rechtbank om het verbod op te schorten.
Naast deze grote procedures hebben een aantal andere sportteams en exploitanten tegelijkertijd rechtszaken aangespannen in 11 andere rechtbanken verspreid over heel België.
Het ministerie van Justitie speculeerde dat het aantal ingediende zaken bedoeld was om de kans op succes te maximaliseren, de rechtbank oordeelde in haar beslissing tegen de Pro League en BeNe League met het argument dat aangezien de bepalingen inzake sportsponsoring van het verbod pas in 2027 in werking treden er genoeg tijd is voor de sportorganisaties om zich voor te bereiden.
Meerdere zaken falen en mislukken.
Rechtbanken oordeelden op gelijkaardige gronden met zaken waarbij andere organisaties betrokken waren die het verbod ongedaan wilden maken – Club Brugge, Cercle Brugge, OH Leuven, KV Kortrijk, KRC Genk en Napoleon Games.
De overige zaken – die door RFC Seraing, Standard Liège, Racing Molenbeek, Brussels Basketball, Continuum Sports Belgium, Golden Palace en SA Gambling voor een aantal afzonderlijke rechtbanken werden gebracht – werden alle doorverwezen naar de rechtbank van Doornik, die zich over de zaak uitsprak als een enkel geval.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank tegen de coalitie tussen exploitanten en sportteams, de rechtbank deed dit op grond van het feit dat het koninklijk besluit een legitiem doel van algemeen belang nastreeft.
Het wordt tijd dat iedereen de nieuwe realiteit accepteert: vanaf 1 juli is de vloedgolf van gokreclame in ons land voorbij, aldus Van Quickenborne.
Vanaf 1 juli beschermen we eindelijk de vele verslaafde gokkers en hun families volledig tegen de vernietigende gevolgen ervan, met deze maatregelen beschermen we ook minderjarigen tegen het normaliserende effect.
Het verbod op gokadvertenties in België vanaf 1 juli zijn de meeste vormen van kansspelreclame landelijk verboden, dit geldt ook voor televisie, radio, in print en online.
In tegenstelling tot het Nederlandse kansspelreclameverbod – dat eveneens op 1 juli ingaat – maakt de Belgische zaak geen onderscheid tussen ongerichte en gerichte reclame, waarbij ook gepersonaliseerde reclame verboden wordt.
Het soort gokreclame dat wordt getolereerd, moet minimaal zijn, zo is de naam en het logo op het winkelpand van een casino, gokautomaat of wedwinkel toegestaan, net als het plaatsen van gokadvertenties op uw eigen gokwebsite en niet-gesponsorde berichten op sociale media-accounts.
De kansspelsponsoring blijft voorlopig van kracht, de regering heeft echter ook een gefaseerd verbod op de activiteit uitgevaardigd, waarbij stadion- en teamsponsoring respectievelijk in 2025 en 2028 eindigt.
De industrie bekritiseert verbod het verbod is het voorwerp geweest van kritiek van de industrie, die het hebben gekarakteriseerd als een zegen voor de illegale markt.
Bovendien benadrukte de Belgische kansspelhandelsorganisatie Bago dat de regering inging tegen het advies van de kansspelcommissie van het land toen ze ervoor koos het verbod op te leggen.