Een nieuwe pan-Europese studie heeft significante verschillen gevonden in de manier waarop Europese landen probleem gokken (PG) monitoren en rapporteren, waarbij 12 landen regelmatig nationale enquêtes houden over de prevalentie van problematisch gokken.
Volgens een nieuwe studie gepubliceerd door de City, University of London,*** bestaan er aanzienlijke verschillen in de manier waarop Europese landen probleem gokken monitoren en erover rapporteren, uit het onderzoek bleek dat slechts 12 landen regelmatig nationale enquêtes houden over de prevalentie van kansspelen en dat er significante verschillen bestaan in de meetinstrumenten en methodologieën die in deze enquêtes worden gebruikt.
Uit de studie bleek dat het niveau van problematisch gokken in Europese landen varieert van 0,3% tot 6,4% van de volwassen bevolking, maar significante verschillen in nationale onderzoeksmethoden, screeningtools, onderzoek timings en beoogde leeftijdsgroepen maken zinvolle vergelijkingen tussen landen moeilijk.
De studie beoordeelde de monitoring en rapportagekaders van 20 Europese landen, [1] voor de periode 2015-2020, en beoordeelde de nationale benaderingen van methoden voor het meten en rapporteren van problematisch gokken, inclusief relevante onderzoeksstudies en de screeningtools die worden gebruikt om probleem gokken te meten, en stelde de gerapporteerde probleem-gokken niveaus samen.
De studie, waarin ook de mate van betrokkenheid bij kansspelen werd beoordeeld, concludeert dat een meer gemeenschappelijke benadering van het monitoren en rapporteren van problematisch gokken zou helpen om het begrip van problematisch gokken en de prevalentie ervan in Europa te verbeteren.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de European Gaming and Betting Association (EGBA) als onderdeel van de inzet van EGBA om bij te dragen aan meer onderzoek en begrip over online gokgedrag in Europa.
In dit opzicht hoopt EGBA dat het onderzoek en de bevindingen ervan zullen bijdragen aan een beter begrip van gokverslaving en een open en inclusieve dialoog met andere belanghebbenden over beste praktijken zullen ondersteunen, een meer algemeen begrip van probleem gokken (PG) en de prevalentie ervan zullen bevorderen en effectieve en bewijs gebaseerde benaderingen om gok gerelateerde schade te verminderen.
Volgens de leden zetten zich volledig in voor het bevorderen van een sterkere cultuur van veiliger gokken in Europa en met dit onderzoek willen we een positieve bijdrage leveren aan het begrip van probleem gokken en de prevalentie ervan in Europa.
De significante verschillen in de manier waarop probleem gokken wordt gecontroleerd en gerapporteerd in Europa onderscheidt zich duidelijk van de studie, een verschuiving naar een meer gemeenschappelijk en regelmatig monitoring en rapportagekader voor problematisch gokken zou alle belanghebbenden in de goksector ten goede komen en een effectiever en empirisch onderbouwd preventiebeleid ondersteunen.
Dit aldus Maarten Haijer, secretaris-generaal, EGBA.
Belangrijkste bevindingen van het onderzoek :
Twaalf landen [2] hebben regelmatig, systematisch, nationale enquêtes over de betrokkenheid bij kansspelen en de prevalentie van kansspelen.
De meest frequente onderzoeken worden driemaandelijks uitgevoerd en het langste interval is 5 jaar. Landelijke enquêtes worden op verschillende manieren afgenomen.
In zeven landen worden prevalentie-enquêtes of populatiegebaseerde gokenquêtes gebruikt, terwijl gezondheidsenquêtes in drie landen de voorkeur hebben.
De leeftijdsgroepen van de ondervraagden variëren van land tot land.
De minimumleeftijd om deel te nemen aan de enquêtes voor volwassenen varieert van 15 tot 18 jaar.
De maximumleeftijd voor deelname aan een enquête varieert van 64 tot 75 jaar en sommige landen hebben geen maximumleeftijd.
3 landen schatten de prevalentie van kansspelen op basis van het aantal zelfuitgesloten spelers.
De niveaus van problematisch gokken worden geschat op basis van de enquêtes met behulp van een verscheidenheid aan screeningtools.
4 landen gebruiken meer dan één screeningsinstrument met verwijzing naar dezelfde enquête.
Het meest gebruikte screeningsinstrument is PGSI en is in 9 landen ingevoerd.
Probleemgokken wordt meestal gedefinieerd aan de hand van IDC-10- of DSM-criteria, of beide.
Kansspelverslaving betrokkenheid varieert van 32,9% tot 80% van de bevolking in de beoordeelde landen.
De gerapporteerde niveaus van probleem gokken variëren van 0,3% tot 6,4% in de beoordeelde landen.
Bestaande verschillen in enquêtemethoden, screeningtools, enquêtetimings en beoogde leeftijdsgroepen maken zinvolle vergelijkingen tussen landen moeilijk.
[1] Oostenrijk, België, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, het Verenigd Koninkrijk.
[2] Oostenrijk, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Malta, Nederland, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Ter informatie : *** Dr Margaret Carran van City, University of London zal de bevindingen van de studie presenteren in een webinar op dinsdag 10 mei (11.00-12.00 CEST) en u kunt HIER REGISTREREN.