Het Britse ministerie van Financiën, dat de financiële zaken in het land reguleert, heeft voorstellen van een commissie van parlementariërs afgewezen om cryptocurrencies als gokken te reguleren.
In reactie op het voorstel van parlementsleden zei het ministerie van Financiën dat het “resoluut oneens is” met de aanbeveling om detailhandel en investeringsactiviteiten in niet-gesteunde crypto-activa te reguleren als gokken in plaats van als een financiële dienst.
In mei adviseerde de commissie dat de handel in cryptocurrencies als gokken moet worden beschouwd en als zodanig moet worden gereguleerd, aangezien de valuta volgens de commissie geen intrinsieke waarde heeft en geen nuttig sociaal doel dient, terwijl ze grote hoeveelheden energie verbruikt en door criminelen wordt gebruikt in oplichting, fraude en het witwassen van geld.
Harriett Baldwin, parlementslid en voorzitter van de Treasury Committee, zei: Effectieve regelgeving is duidelijk nodig om consumenten tegen schade te beschermen, en om productieve innovatie in de Britse financiële dienstensector te ondersteunen.
In reactie hierop zei de regering dat door het als gokken te classificeren niet in overeenstemming was met de regelgeving elders in de wereld.
Andrew Griffith, financieel secretaris van het ministerie van Financiën, zei dat een dergelijke stap “volledig in strijd zou zijn met de mondiaal overeengekomen aanbevelingen van internationale organisaties en normbepalende instanties.
Hij vervolgde met te zeggen: dat een systeem van gokregulering er ook niet in zou kunnen slagen veel van de kritieke risico’s die werden besproken in de recente raadpleging van HM Treasury over de regulering van crypto-activa op passende wijze te beperken, inclusief de risico’s die verband houden met marktmanipulatie, ontoereikende prudentiële regelingen en tekortkomingen in de kernpraktijken van financieel risicobeheer.
Een regelgevingskader voor financiële diensten is geschikter om de risico’s van niet-gesteunde crypto-activa aan te pakken en de voorwaarden voor veilige innovatie te creëren.
Dit kan – en zal – gepaard gaan met een reeks robuuste maatregelen om de in het rapport van de commissie genoemde consumentenrisico’s te beperken, inclusief de risico’s dat consumenten verkeerd worden geïnformeerd, besluit Griffith.
